
Even wat biologie. Deze plant – en nu hoop ik maar niet dat ik deze verwissel met een ander plantje, want dat zou heel dom zijn – heeft in het Nederlands de naam Wilde hyacint meegekregen, in het latijn hyacinthoides non-scripta. De mooiste namen voor dit plantje komen toch wel uit het Engels (Bluebells) en het Duits (Hasenglöckchen). De plant komt voor in alle landen langs de Atlantische kust, en momenteel staan er wat in bloei in het Cobbenhagenpark in Tilburg, maar lang niet zo mooi en talrijk als in het Engelse Kent. Nergens ter wereld komen er zoveel Bluebells voor als in de Bluebell woods. Of dat zo blijft is de vraag.

Toevallig zapte ik gisteren langs een van de talrijke tuin- en natuurprogramma’s van de BBC. De Spaanse variant van deze plant, de Hyacinthoides hispanica of gewoonweg de Spanish Bluebell, is aan een onbedoelde opmars bezig in Engeland. Er wordt momenteel onderzoek gedaan naar het risico dat de Spaanse variant de Engelse Bluebell zou kunnen gaan overheersen, en dat is natuurlijk iets dat in Engeland ab-so-luut niet door de beugel kan. Kom niet aan de tuin van een Engelsman (of vrouw).

Ze komen toevallig ook voor in mijn tuin, maar ik moet ze wel bijhouden, Ze vermeerderen maar door.
Ik vind ze best mooi maar dan vooral als er heel veel bij elkaar staan. Dus ik zou zeggen, laat ze zich maar lekker vermeerderen.