De steenrijke en oerlompe schroothandelaar Harry Brock (Broderick Crawford) komt met zijn vrouw Billy (Judy Holliday) en advocaat naar Washington om daar een congreslid om te kopen om nog rijker te kunnen worden. Zijn vrouw is alleen maar goed voor de sier en om papieren te ondertekenen daar ze vennoot is in het bedrijf. Een stille vennoot weliswaar, vandaar ook dat haar man haar meer dan eens commandeert haar kop dicht te houden. Ze is nogal dom. Zelf vindt ze dat prima, maar haar man vindt dat ze wel wat extra woordjes kan leren en huurt journalist Paul (William Holden) in. Dat lukt op den duur aardig, boven verwachting en niet helemaal volgens de planning van haar man.
William Holden is in deze film niet de hoofdpersoon, dat is de geweldige Judy Holliday. Aanvankelijk kan het iele en haperende stemmetje van Billy irritant en over the top klinken, het past perfect bij het domme en naïeve blondje dat ze moet uitbeelden. Het is een korte en ‘snelle’ film vol met komische scènes, waarvan de meesten draaien rond de beperkte woordenschat van Billy. Als Paul haar de opdracht geeft een stukje tekst van zijn hand te lezen en aan te geven wat ze er niet van begrijpt kijkt ze hem verbaasd en geïrriteerd aan en zegt ‘Ik heb ieder woord moeten opzoeken!’.
In 1993 is er een remake van de film gemaakt onder dezelfde titel met in de hoofdrollen Melanie Griffith, John Goodman en Don Johnson. Gaat dat niet zien, gaat dat niet zien. Kies in plaats daarvan voor die gekke en sympathieke Billie in de originele versie uit 1950. Een (h)eerlijke film in zwartwit.
Geef een reactie