Soms probeer ik weleens moeite te doen om in de huid te kruipen van een geweldpleger in een poging te begrijpen waarom iemand iets doet. Het zijn mensen en dus zit de aanleiding voor een bepaald soort gedrag net zo goed in mij als in de daadwerkelijke daders. Men zegt weleens dat in ieder van ons een moordenaar zit, net zoals in ieder mens ook een heilige zit. Toen ik het nieuwsbericht las over de massa-aanrandingen in Keulen tijdens Oud en Nieuw probeerde ik me voor te stellen wat die groepen mannen bezielde. En ik vond Keulen nog wel zo’n vriendelijke stad, met al die slotjes aan de Hohenzollernbrücke die spreken over vriendschap en liefde. Beschonken of niet, ze wisten waar ze mee bezig waren. Helaas waren het volgens ooggetuigen allemaal mannen van Arabische of Noord-Afrikaanse komaf, wat het des te vervelender, maar helaas ook des te begrijpelijker maakt. Net als bepaalde groepen autochtonen voelen veel allochtonen zich ontheemd. Dat geldt gelukkig niet voor alle allochtonen, maar de groepen (mannen) waar dit wel voor geldt voelen zich volledig losgerukt uit hun vertrouwde omgeving, zonder thuis, zonder toekomst. En daarom doen ze maar wat, want het zou wat.
Blijkbaar hebben ze geen enkel inlevingsvermogen en zal het ze een rotzorg zijn wat ze hun slachtoffers aandoen. Als ze maar krijgen wat ze willen, en als ze maar het gevoel hebben dat ze daadkrachtig zijn, jagers die heersen over hun prooi. Ik kan me zo voorstellen dat dit ze ook een gevoel van vrijheid geeft, op een vreemde manier vergelijkbaar met wanneer je op vakantie zou zijn, met name van het type rondreizen. Je zwerft wat rond, verblijft hier en daar, bent een vreemdeling in een vreemd land en dat is juist zo fijn, want je hoeft met niemand anders rekening te houden dan met jezelf. Je zou kunnen doen wat je maar wilt en waar dan ook, want even later ben je toch weer weg. Er is nog veel te veel onduidelijk over wie de daders zijn in Keulen en hun achtergronden, maar ze voelen zich op de een of andere manier vrij en onaantastbaar, anders zouden ze dit soort dingen, zo goed als in het openbaar, niet durven doen.
Het tweede wat er door mijn hoofd heen spookte toen ik over deze aanrandingen las, was hoe je het deze mensen aan hun verstand kunt brengen dat wat ze doen walgelijk is. Je kunt ze opsluiten of verbannen, maar dat zal ze niet veranderen. Welke therapie zou dan wel helpen? En meteen moest ik denken aan de film A Clockwork Orange van Stanley Kubrick. In deze film is Alex de leider van een jeugdbende die er genoegen in scheppen om een dronken zwerver te schoppen, te stelen en te verkrachten. Want het zou wat. Het is onze wereld en wij doen wat we willen. Uiteindelijk wordt hij opgepakt voor moord en onderworpen aan een experimentele vorm van therapie. Met opengesperde ogen wordt hij gedwongen te kijken naar gewelddadige films terwijl hij iets toegediend krijgt waarvan hij misselijk wordt. Het helpt (tijdelijk) en hij wordt vrijgelaten. Het probleem in dit geval is dat hij nu weliswaar sociaal wenselijk gedrag vertoont, maar dat gedrag is niet zijn eigen keuze maar kunstmatig opgelegd. En dus valt hij uiteindelijk toch weer terug in zijn oude gedrag.
‘A Clockwork Orange was meteen een gigantisch commercieel succes, al kreeg de film gemengde kritieken. De gewelddadige scènes zorgden voor veel controverse, zeker toen er een reeks copy-cat-moorden en verkrachtingen plaatsvonden, geïnspireerd door de film. Kort na de première werd in Londen een zwerver mishandeld, zoals ook in de film gebeurt. Enkele weken later vond er een verkrachting plaats die ook bepaalde overeenkomsten vertoonde met A Clockwork Orange. De daders zeiden geïnspireerd te zijn door de film.’ (bron: Wikipedia)
Wie niet leren wil moet maar kijken helpt dus niet. Jammer, want ik zou het deze aanranders zo gunnen om eens goed door de ogen te kunnen kijken van hun vrouwelijke slachtoffers, gezeten in een stoel die hun tegelijkertijd van zeer onaangename lichamelijke prikkels zou voorzien zodat ze niet alleen maar hoeven te kijken maar ook kunnen voelen.
Geef een reactie