Vorige week zag ik pas voor het eerst de Nederlandse film De Kersenpluk. Een film uit 1997 die destijds helemaal aan me voorbijgegaan is. Omdat ik zelf vroeger ook kersen heb geplukt bij een tante verwachtte ik op z’n minst wat sfeerbeelden van opwaaiende zomerjurken, zoemende bijtjes en veel, heel veel gras. Die beelden zaten er ook in, en de film verliep verder net zo lekker traag als zomerse dagen lang zijn. Heel wat anders dan de harde en eenzame werkelijkheid zoals die te zien is in de film Harry Brown. Kille flatgebouwen vol graffiti en gewelddadige groepen jongeren die alles en iedereen terroriseren, just for fun.
In De Kersenpluk zag ik voor mij nog onbekende acteurs en actrices aan het werk en dat vind ik zelf vaak erg prettig. Het draagt in mijn belevingswereld bij aan een gevoel van echtheid van een film en van de personages. Eigenlijk zou elke film op die manier gemaakt moeten zijn, dacht ik even. Eén rol voor één acteur en daarna nooit meer. Maar als ik dan Michael Cain weer zie acteren in Harry Brown ben ik maar wat blij dat die man nog zo productief is op zijn leeftijd (77). Zeer de moeite waard dus, deze film. En niet alleen maar vanwege Michael Cain. Ook de andere rollen worden vaak akelig realistisch vertolkt. En als je dan ziet en voelt hoe (schijnbaar) onveranderbaar de geweldplegers zijn, stel je jezelf misschien toch heel even de vraag of de kogel niet het enige middel is om dit soort mensen en het geweld te stoppen. Harry Brown dacht even van wel.
Geef een reactie