Een paar weken geleden gingen we naar de film in Sittard. Mijn moeder, haar zus en twee van haar dochters. Mijn nichten zijn ongeveer even oud als mij. Al jaren gaan zij met z’n vieren naar de bioscoop ter gelegenheid van een verjaardag van een van hen. Dit jaar hadden ze gevraagd of ik zin had eens mee te gaan. Mijn nichten mochten kiezen welke film het werd. ‘Star Trek’ had mijn moeder gezegd, en toen ze het zei wachtte ik tot ze zou lachen en zeggen dat het maar een grapje was. Maar nee, we zouden echt naar Star Trek gaan. Of mijn moeder wel wist wat voor soort film dit was. Dat wist ze, die man met die puntige oren en die kapitein. Ze zei dat ze dat soort films eigenlijk best wel leuk vond, in tegenstelling tot mijn vader die het altijd schele fiction had genoemd in plaats van science fiction, waarna hij zich even aan een elleboog had gekrabd en door was gegaan met het oplossen van zijn kruiswoordpuzzel. Ik hoefde me geen zorgen te maken dat mijn moeder zich niet zou amuseren. En ja, ze wist dat er nu andere acteurs in mee zouden spelen.
Iedereen die de voorafgaande twee films uit deze serie heeft gezien weet dat er wel iets veranderd is sinds Kirk en Spock. Zelfs de films met Picard en Riker ogen ouderwets traag vergeleken bij de spektakelfilms van nu. Om de franchise van Star Trek levend te houden heeft men geprobeerd de films aan te passen aan de huidige verwachtingen. Het ruimteschip Enterprise vloog en vliegt nog steeds op warpsnelheid, en de films lijken die snelheid te willen gaan evenaren. De eerste twee films begonnen relatief kalm of met maar een paar minuten actie, deze derde film met de titel Star Trek Beyond begint met dermate veel actie en geweld, en dat alles in een brei aan beelden, dat het leek alsof ik in een twintig minuten durende carcrash was beland. Zou nog kunnen kloppen ook, want de regisseur heet Justin Lin en die weet na een reeks Fast & Furious films wel hoe je een carcrash moet filmen.
Halverwege deze crash keek mijn moeder me van opzij aan door haar 3D-brilletje. ‘Soms een beetje moeilijk te volgen hè’ zei ze tegen me. Hetzelfde dacht ik al tien minuten, terwijl ik toch best wel iets gewend ben. Ik voelde me ongemakkelijk, het was per slot van rekening haar verjaardag. Zij had natuurlijk wel wat actie verwacht en rare koppen en laserpistooltjes, maar niet dit visuele geweld. En zeker niet zo lang achter elkaar. Ik boog me naar haar toe en zei dat ik het helemaal met haar eens was. ‘Het is een zooitje mam’. Dat zei ik ook tegen mijn nichten die rechts van me zaten, maar die hadden nergens last van en vonden het een leuke film. Vooraf hadden ze met zijn tweeën Candy Crush zitten spelen op hun smartphones. Allemaal fel oplichtende gekleurde blokjes en vormpjes die ze snel met een vinger van positie deden wisselen waarna meerdere blokjes in elkaar leken op te lossen. Op dat kleine schermpje hadden ze hun ogen en geest eigenlijk al zitten voorbereiden op een grote veldslag in de ruimte.
Ik heb in de pauze serieus voorgesteld maar te vertrekken, vooral voor mijn moeder en haar zus. Maar eerlijk gezegd misschien ook voor mezelf. Ik ben een liefhebber van Star Trek, maar ik haat dit soort films. Al een hele tijd mijd ik spektakelfilms in de bioscoop waar verhaal, omgeving en personages compleet ondergeschikt gemaakt worden aan een stormvloed van geluiden en beelden die je lichaam en geest bij gebrek aan echte G-krachten proberen te verpletteren in je bioscoopstoel. Crush!
We zijn gebleven en gelukkig maar, de tweede helft was rustiger en leuker om naar te kijken. Kortom ‘Voor herhaling vatbaar’, aldus de zus van mijn moeder. Mee eens, maar als het de volgende keer toch weer zo’n film wordt ga ik me eerst een week lang gedegen inspelen met zoiets als Candy Crush.
Reacties / Comments