Bestaan ze nog, vroeg ik me af, het soort karakteracteurs dat je vroeger vaker zag in films. Acteurs die altijd dezelfde rol speelden, in wat voor soort film dan ook. En meestal voor maar heel even. Een knorrig iemand, een lange slungel, een uitsmijter, een dronkaard. Acteurs in de begintijd van de film hadden nog niet de luxe om te kunnen experimenteren met verschillende rollen. Had je een grappig hoofd of rare benen, dan maar slapstick. Een kop als een bokser, dan maar een bokser. Eenmaal een boef, altijd een boef. Ik weet niet of Arthur Housman veel dronk, maar in zijn tijd speelde hij in mijn ogen verreweg de beste zatlap. Je komt hem regelmatig tegen in films van Laurel en Hardy en Charlie Chaplin, of samen met Edgar Kennedy in de rol van politieagent of gevangenisbewaker. Soms was hij alleen maar aanwezig als figurant, zwalkend op de achtergrond, constant struikelend over zijn eigen benen. De enige clip die ik van hem vond op Youtube is deze:
Karakteracteurs zoals Rondo Hatton hadden soms maar een kort leven. Hij is misschien wel het beste voorbeeld van iemand die van zijn gebreken (misvormingen aan hoofd en ledematen als gevolg van een aandoening aan de hypofyse), zijn bron van inkomsten wist te maken. En dat is toch wel bewonderenswaardig. De meeste mensen met dit soort aandoeningen verstoppen zich tegenwoordig liever in een sociale werkplaats of blijven thuis. Om met zo’n kop als Rondo op een filmposter te willen gaan staan is heel wat zelfacceptatie en lef nodig.
En dat is wat deze acteurs gemeen hebben met sommige acteurs van nu. Heet je Johnny Depp en George Clooney, dan heb je het relatief makkelijk. Als je dan een engerd wilt spelen moet je daarvoor verdomde goed acteren. Mensen als Ron Perlman, om er maar eentje te noemen, hebben hun carrière aanvankelijk gebaseerd op hun uiterlijk. Hij speelde een holbewoner in Quest for Fire (een van mijn lievelingsfilms overigens) en een gebochelde in The Name of the Rose. Daarna verscheen hij op tv als Vincent in The Beauty and the Beast en verstopte hij zich daarna in allerlei monsters en superhelden. En toch kun je altijd meteen zien dat het Perlman is, aan de manier van acteren en aan de stem. Dat geldt ook voor Brad Dourif die voor het overgrote deel geflipte figuren neerzet, zelfs als hij alleen maar zijn stem hoeft te gebruiken zoals in de Chucky reeks.
En toch, als je hun gezichten bekijkt (en dan niet van de personages die ze spelen), zijn het allemaal mooie koppen met hele aparte en vaak energieke vormen en lijnen. Als je dan naar iemand als George Clooney kijkt kun je alleen maar constateren dat die eigenlijk maar een verdomd saaie kop heeft. De stakker.
Geef een reactie