
Zoals ieder jaar gaat mijn moeder ook dit jaar op bedevaart naar Kevelaer. Hoewel ik zelf niet gelovig ben vind ik het mooi dat ze dit blijft doen, ondanks alle tegengeluiden. Ze gaat ook nog iedere zondag naar de kerk, al hebben ze in haar kerk halverwege een gordijn moeten ophangen om toch vooral iedereen naar voren te krijgen, waarbij ‘iedereen’ een aantal is van niet zo groten getale. Als ze erover vertelt denk ik stiekem dat ik eens zou moeten proberen met zo’n reisje mee te gaan. In de bus beginnen ze al met bidden, daar gaat een bedevaart nu eenmaal over. Ze zingen dus niet ‘We gaan nog niet naar huis, nog lange niet nog lange niet’, maar bidden gebedjes terwijl hun vingers de kraaltjes aan de rozenkrans tellen. Zo’n hele bus met mensen in gebed, dat moet toch een mooi gezicht zijn. Ik bedoel dat overigens niet cynisch. Het maakt mij niet uit wat iemand doet om even helemaal stil te zijn en stil te worden. De een mediteert, de ander bidt.
Kevelaer is de grootste bedevaartsplaats van Noordwest-Europa en verwelkomt ieder jaar ongeveer een miljoen bezoekers. De belangrijkste attractie van de stad is en blijft de Genadekapel, die meer dan 360 jaar lang de pelgrims uit alle landen naar de Nederrijn brengt. Ook stijgt de belangstelling voor vrijetijdsactiviteiten ieder jaar meer, vooral voor het maken van fietstochten.
Een miljoen bezoekers per jaar. Tilburg pakt het helemaal verkeerd aan met zijn geplande winkelrondje. Niet de Primark, maar Peerke Donders is de Verlosser.
Het zijn mooie kerken in Kevelaer, minireisje.
Ik denk dat ik er inderdaad binnenkort eens even naartoe rij