
Ik hou van de Duitse taal en de kracht, diepgang en alomvattendheid die alleen al in een enkel woord kan zitten. Woorden die meer zijn dan alleen maar de kale betekenis ervan. Woorden die je moet voelen en beleven. Neem nou het woord Massentierhaltung. In Nederland spreken we dan over megastallen. Een kleine stal, een gemiddelde stal, een grote stal en een megastal. Bij elk van deze vier benamingen heb je het in eerste instantie over de grootte van een stal, maar niet over het aantal dieren dat in deze stallen zit en over hoe deze dieren worden gehouden. De een noemt een varkensboerderij een megastal als er 1000 varkens in zitten, iemand anders vindt het pas ‘mega’ worden boven de 2000 of 5000. Duitsers noemen het gewoon Massentierhaltung. Laat het woord even binnenkomen en laat het keer op keer door je hoofd rollen totdat de ware betekenis tot je is doorgedrongen en het woord begint in te werken op je verbeelding en je buik. Massentierhaltung, Massentierhaltung, Mas-sen-tier-hal-tung. Met zo’n veelzeggend woord is een vergelijking met de holocaust helemaal niet nodig.
Column van naar aanleiding van de vergelijking tussen de vee-industrie en de holocaust door Roos Vonk.
Zo blij met dit bericht!