Rommelmarkten vond ik ooit leuk, daarna vermoeiend en op een gegeven moment was ik de rommel zat. Nu had ik zelf nog de nodige rommel die ik heel graag kwijt wilde, dus stond ik dit jaar samen met een paar vrienden voor het eerst van mijn leven achter een kraampje. Het pastte allemaal maar net in mijn bestelauto. Gaandeweg de ochtend begon ik me af te vragen of er überhaupt wel interesse zou zijn voor mijn spulletjes. Ik had er zelfs nog een oude typemachine tussen gezet – mét origineel diploma – en nog wat andere oude dingen die mogelijk ooit nog van pas hadden kunnen komen, tijdens of na WO III of iets dergelijks.
Dingen bewaren is iets vreemds. Soms heeft het nut, bijvoorbeeld in het geval van een stekkerdoos (tenzij je er nog tien hebt liggen), maar meestal nemen ze alleen maar plek in beslag, fysiek en in je hoofd, en doen ze een onnodig beroep op een aangeboren en/of goed gecultiveerd spijtgevoel. Want wie wat bewaart heeft wat en oude schoenen gooi je niet weg voor je nieuwe hebt. Dat is natuurlijk waar, maar hoe ver ga je daar mee? Er zijn mensen die niks kunnen weggooien, en de echte verzamelaars doen er zelfs nog een schepje bovenop door almaar nieuwe versies van hetzelfde te willen hebben. Zonde van tijd en geld lijkt me.
Het lijkt ook wel iets van deze tijd te zijn. Er zijn artikelen en boeken over het onderwerp met tips over hoe je met je spulletjes moet omgaan. De een zegt dat je alles moet weggooien wat je het afgelopen half jaar niet hebt gebruikt, een ander roept op om dat weg te doen waar je niet gelukkig van wordt. Als ik hier van uit zou moeten gaan zou ik nog een paar rondes door mijn flat kunnen lopen en kan ik volgend jaar en misschien het jaar erop ook nog op de meimarkt gaan staan. Ergens heb ik altijd het gevoel gehad zoveel te willen bezitten dat het allemaal in één grote koffer zou passen. Misschien dat ik daarom ook nooit de behoefte heb gehad om groot te wonen, als ik daar al het geld voor zou hebben gehad. Ik ben dus nog niet klaar met weggooien.
Ps. Veel spullen op deze foto’s zijn/waren ook niet van mij, maar kreeg ik via vrienden en familie omdat ze wisten dat ik op de Meimarkt ging staan. Die hondjes, die pop en dat klokje heb ik dus zelf nooit gekocht!
Geef een reactie