De auto net buiten het centrum van Antwerpen geparkeerd liepen we parallel aan de Schelde en van noord naar zuid richting het centrum van de stad. Zo zie je nog eens wat was ons verteld. En inderdaad, grappige cafétjes, kleine verborgen hofjes en pleintjes, piepkleine winkeltjes, en vanaf een meter of drie boven de grond een grote verscheidenheid aan gevels en glasgordijnen. Ik dacht altijd dat glasgordijnen iets typisch Hollands was, maar in België zie je ze het meest en dan het raam volledig bedekkend. Gezellige mensen, zei een Belg ooit tegen me, maar wat er allemaal achter die glasgordijnen gebeurt… Ik heb er toen niet verder op doorgevraagd, hoewel ik me tot op de dag van vandaag afvraag wat hij daarmee bedoelde.
Op een gegeven moment liepen we een straat in waarvan ik dacht dat het een winkelstraat was. Overal halfnaakte vrouwen achter ramen (zónder glasgordijnen!) en ik moest meteen denken aan een vossenjacht van vroeger. Leraren en leraressen stonden dan verkleed in de etalages van allerlei winkels in de binnenstad, en je moest als leerling dan zien te ontdekken wie de leraar was en wat de etalagepop. Best moeilijk af en toe, want er zaten me wat stijve harken tussen. In die winkelstraat in Antwerpen duurde het even voordat ik me begon af te vragen of het wel een winkelstraat was. Zo rustig op een mooie zaterdagmiddag, dat zou wel heel stom zijn geweest om juist daar in een etalage te gaan staan. Kun je lang wachten tot er een leerling op komt dagen. Kortom, het was geen winkelstraat maar de rosse buurt van Antwerpen. Wist ik veel. Zelfs nu nog ben ik degene die zich voelt alsof hij in ‘overtreding’ is en zijn ogen moet afwenden. We zijn dan ook snel doorgelopen en niet blijven hangen zoals het andere ‘winkelende’ publiek. Allemaal mannen overigens.
Geef een reactie