In Swifterbant in Flevoland zijn gisteren bij een stalbrand in een kippenstal 40.000 kippen overleden. Een koeienstal bleef gespaard omdat deze op ruime afstand stond van de kippenschuur. Voor zover nu bekend is de brand ontstaan in de mestopslag. Het bedrijf werd kort geleden getroffen door de fipronil-affaire waardoor de eireren niet verkocht mochten worden, de kippen aan het ruien waren en de mest niet afgevoerd werd.

Op het erf waren de mensen van het Jeugdjournaal bezig met opnames te maken van de stallen en vroegen ze de kinderen van de boerderij om een reactie. Mensen van de verzekering (?) met paperassen onder hun arm praatten en wezen met hun vingers naar de stallen. De vrijwilligers van de brandweer ruimden hun spullen op, klaar om na een klus van vijf uur afgelost te worden door de volgende ploeg.
De boerderij in Swifterbant ligt aan de rand van het Ketelmeer in een prachtig open en puur Hollands landschap. Dat landschap overheerste mijn gevoel toen ik voor de resten van de afgebrande stal stond. Van de brandweer mocht niemand dichterbij komen, alleen de mensen van het Jeugdjournaal mochten even aan de achterkant kijken, hoewel ook daar weinig anders te zien was dan een rokerige zwarte constructie van staal en beton. Van kippen zelf geen spoor.
Misschien is het de fotograaf in mij of heb ik in te korte tijd te veel stalbranden gezien, maar als je niet dichterbij kunt komen blijft er niks anders over dan naar de verwrongen en soms mikado-achtige resten van het bouwwerk te kijken, altijd in de kleuren grijs zwart en bruin. Op een vreemde manier heeft het iets moois, net als de smeulende resten die je ziet in een open haard en waar je maar met moeite je ogen vanaf kunt houden. Je gedachten dwalen af en uiteindelijk word je helemaal rustig van binnen en je hoofd leeg. Dat overkwam mij ook toen ik daar in de berm in het gras zat en uit keek over een mooi groen grasveld met aan de horizon de resten van de afgebrande kippenstal met daarboven zachte grijze wolken. Het was er stil en rustig.