Lagere wiskunde, geen hogere, is op mij van toepassing. Lager dan laag, net voorbij gewoon (hoofd)rekenen. Op de middelbare school kon ik maar amper Wiskunde 3 volgen, wiskunde voor stumpertjes, zodat er op mijn eindrapport van het Atheneum toch nog iéts stond dat ik mee kon nemen naar de universiteit. Daar werd ik niet toegelaten zonder in de maand voorafgaande aan het begin van het studiejaar deel te nemen aan test, een spoedcursus statistiek. Dat haalde ik ook maar net, evenals de propedeuse. Daarna was het echter snel afgelopen. In de 2 jaar die erop volgden deed ik meermalen een examen statistiek en tot 3 keer toe een herexamen en mijn cijfer kwam nooit uit boven een 3. Dat was ook meteen het einde van de studie.

Ik weet nog dat mijn vader altijd tegen me zei dat ik naar een meneer moest die hij kende, een ex-leraar, en die kon mij bijles geven in wiskunde. En hij kon dat zo goed dat ook bij mij het kwartje wel zou vallen, alles is te leren. Die raad heb ik nooit opgevolgd, maar ik weet zeker dat het niet veel baat zou hebben gehad. Zelfs toen ik mezelf toegesproken had om me niet te gaan schamen als ik keer op keer de meester zou vragen iets nóg een keer uit te leggen, zelfs toen viel er geen kwartje, nog geen dubbeltje. Ik zag het gewoon niet.
Wat is dat toch met talent. Het woord talent voert terug tot de betekenis van geld en gewicht, maar ook dragen, met zich meedragen. In de zin van dat het hebben of niet hebben van talenten verborgen zit in de genen klopt dit. Je draagt een talent mee in je genen. Wat niet wil zeggen dat je iets niet kunt leren zonder dat je er een speciaal talent voor hebt, al is dat mij met wiskunde nooit gelukt. Een talent heb je, krijg je mee met de geboorte. Je hoeft er niks voor te doen, het is er gewoon. Terwijl ik maar bleef worstelen met wiskunde zaten er aan de andere kant van mijn familie neven en nichten die wiskunde zelfs leuk vonden en helemaal niet moeilijk. Een van hun kinderen is nu zelfs bezig met een studie wiskunde.
Talenten hebben of intelligent zijn is fijn en handig, en ook een tikje oneerlijk. Want zoals ik al zei, je hoeft er in principe niks voor te doen en dus hoef je ook niet jezelf op de borst te slaan met een kijk-mij-eens gebaar. Uiteraard moet je er wel aandacht aan besteden om een talent te laten groeien en om echt goed te worden in iets, je moet dus toch blijven oefenen of studeren, maar het begin is er. En bij anderen is dat begin er niet en zal het er ook nooit komen. Ooit dacht ik weleens dat ik opeens de structuren die verborgen liggen in de wiskunde zou kunnen doorzien, een soort van openbaring. Dat eureka-moment is er nooit gekomen.
Gisteren keek ik naar premier Rutte tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen na Prinsjesdag, en ik verbaasde me er weer over hoe makkelijk hij antwoorden kan geven en kan schakelen, hoe behendig hij is om alles wat er op zijn pad komt een plek te geven, of het slim terug te spelen naar de vragensteller. Hij lijkt hier onvermoeibaar in te zijn, zo bleek ook al in de eerste maanden van de coronacrisis. En zo zat er later op de dag een vrouw aan bij een praatprogramma waar ik ook met bewondering naar zat te kijken, zo helder en snel zij was in haar denken en praten. En ik realiseerde me ook meteen dat dit soort mensen bepalen hoe onze wereld eruit ziet en dat het gros van de mensen (inclusief ikzelf) eigenlijk afhankelijk van ze zijn, en dus van hoe rechtschapen en verantwoordelijk deze mensen omgaan met hun verkregen talenten en intelligentie.
Het is denk ik een beetje het idee van de leider. Je hebt goeie leiders en slechte leiders. De slechte misbruiken hun talenten om er zelf beter van te worden, ten koste van mensen die niet bij machte zijn hun spel mee te spelen. De goede leiders denken niet aan zichzelf maar stellen hun talenten ten dienste van het geheel. En ze zijn hoe dan ook bescheiden en met een open blik, want ook iemand die beschikt over veel talenten bezit ze niet allemaal en heeft gegarandeerd (veel) blinde vlekken.
Ik kan me nog herinneren dat ik – de woorden en de context zijn me niet bijgebleven maar het gevoel wel – een keer erg verheven aan het praten was over iets en mezelf geweldig vond, en dat een kind mij een hele simpele vraag stelde dat mijn hele verhaal belachelijk maakte. Misschien is dat nog wel een van de grootste talenten, om op een bepaalde manier heel kinderlijk te kunnen blijven en hele simpele vragen te blijven stellen.
Geef een reactie