
Mijn kennis van kunst en kunstgeschiedenis is te gering om iets zinnigs over het werk van Jeroen of Jheronimus Bosch te vertellen. Gelukkig zijn er ook veel schrijvers en kunsthistorici die die kennis wel bezitten en er ook niks verstandigs over weten te zeggen. Over zijn leven is blijkbaar weinig bekend, en interpretaties van zijn werk lopen nogal uiteen. Wikipedia: ‘De eerste Bosch-auteurs wisten zich weinig raad met de ingewikkelde en persoonlijke beeldtaal van Bosch, en de Duitse kunsthistoricus Erwin Panofsky hield het zelfs op ‘This, too high for my wit, I prefer to omit’ (Dit gaat ver boven mijn pet en laat ik liever onverlet). Kortom, de kunstenaar en zijn werk blijven een ‘mysterie’.

Gelukkig hoef je niet altijd iets van kunst af te weten om wel naar kunst te kunnen kijken, en gelukkig is er in de schilderijen van Jeroen Bosch veel te zien. Veel rare koppen en gedrochten, fantasiewezens en veel dieren en vogels. Met name vogels lijkt hij dol op te zijn geweest, zo gevarieerd komen de verschillende bestaande en niet bestaande soorten voor in zijn schilderijen. Op de achtergrond regelmatig huizen die in brand staan of zelfs een hele stad. Voor de rest lijkt het landschap steeds hetzelfde te zijn. Groen, een beetje glooiend en met veel bomen en bos. Zelfs bij een schilderij waarop een Bijbels tafereel is afgebeeld lijkt de achtergrond eerder op een Brabants landschap dan op een gebied in het Midden Oosten.
Bij het kijken naar de schilderijen kreeg ik vaak het gevoel van een vrije geest temidden van een star religieus systeem. Het ‘hemelse’ geloof van de kerk en de Bijbel temidden van het aardse. Christus staat er vaak maar verloren bij, de mensen die hem omringen zijn meer met elkaar en zichzelf bezig. Engelen zijn net zo prominent aanwezig (of niet) als de dieren op de grond. De rare wezens die het duister of de hel zouden moeten voorstellen lijken eerder speels dan eng, vreemd maar niet agressief of kwaadwillend. Het lelijke en het duistere meer als iets van de mens dan van de hel.
Inmiddels is de expositie bezig aan zijn laatste dagen, en ik vraag me af hoe hoog de omzet is geweest. Zelden heb ik zo’n kunstkermis gezien als rondom deze expositie. De prullaria in de museumwinkel waren schaamteloos commercieel maar verkochten blijkbaar goed. Ze hadden er zelfs een tweede kassa voor geopend. Lampenkapjes, kaarsen, huisjes (om gezellig thuis in brand te kunnen steken), tasjes, mokken, ik weet al niet meer wat ik allemaal heb gezien. Een soort Sissy Boy, maar dan alleen maar met Jeroen Bosch spulletjes. Als het een succes wordt zullen ze in Den Bosch wel gaan uitkijken naar een nieuw verkoopsucces, maar dan moet het wel iemand zijn waar leuke hebbedingetjes bij te verzinnen zijn. Misschien Sellamore Dali?
Behalve dit was het natuurlijk wel erg mooi om alles eens in het echt te kunnen zien.

Geef een reactie