Ga ik toch maar een foodblog beginnen na het berichtje over de patatten? Want als je denkt dat ik het hier heb over een topmodel in bikini aan het strand op Hawaii heb je het mis. Met Oudjaar worden er altijd verkiezingen gehouden welke bakker de lekkerste oliebal kan bakken, rond carnaval is het de beurt aan Limburgse bakkers om de lekkerste nonnevot in elkaar te knopen. Een nonnevot (vot = kont, dus de kont van een non) is een soort berlinerbol, maar dan veel luchtiger en zonder jamvulling, waarbij de deeg door de bakker in de vorm van een strik wordt gelegd. De herkomst van het woord is niet helemaal duidelijk, maar de meesten denken dat het afstamt van de strik die nonnen vroeger op de kont droegen (Limburgs: op de vot). Ik heb nog even gezocht naar een afbeelding van zo’n strik, maar ik heb geen enkele non kunnen vinden die zich met haar kont naar de camera heeft laten fotograferen.
Nonnevotten kun je het hele jaar door kopen, maar de tijd rond carnaval is toch wel dé tijd voor dit luchtige stukje deeg bestrooid met fijne suiker. Ik associeer het dan ook meteen met Pasen en het begin van de lente. Ruik en proef ik een nonnevot, dan ruik ik de lente. Als ik de komende week mijn moeder weer eens ga opzoeken heeft ze er vast en zeker een voor me gekocht, en anders haal ik er een paar onderweg. In Panningen schijnen ze dit jaar het allerlekkerst te zijn.
Leuk stukje Jack! Zelfs als je geen carnaval meer viert dan heb je nog heimwee naar de nonnenvot. En wie heeft dan de beste (Zuid Limburgse) Poeffel gebakken?
De link staat onderaan de tekst, en in dat artikel staan ook de nummers één tot en met drie. Op één in elk geval een bakker uit Panningen.